In oktober 2024 werd na lang wachten eindelijk de veelbesproken “Evaluatie van de Wet Kansspelen op afstand” gepubliceerd door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Van de ‘beleidsgeschiedenis online kansspelen’ tot aan ‘conclusies, lessen en aanknopingspunten’ geeft dit rapport in bijna 200 pagina’s het meest volledige overzicht van de Nederlandse kansspelmarkt dat we tot nu toe gezien hebben.
Maar wie (behalve wij) gaat er nu voor de lol zo’n lang rapport doorpluizen? Gelukkig brengt het WODC ook informatie in een handzamer formaat uit, zoals de factsheet “Kansspelen, Enkele feiten en cijfers op een rij”. In drie pagina’s, die ieder half gevuld zijn met een afbeelding, worden de uitkomsten van de verschillende WODC onderzoeken over gokken kort en bondig samengevat.
Hoeveel mensen gokken, wat spelen ze en waar?
De eerste afbeelding laat duidelijk zien hoeveel mensen in Nederland gokken, wat voor spellen ze spelen en wat de verhouding is tussen online en offline spelers. Dat bijna twee derde van de Nederlanders van 16 jaar en ouder het afgelopen jaar gegokt heeft is niet echt verrassend. Nederland is van oudsher een land wat graag aan loterijen meedoet, getuige de Staatsloterij die de oudste (nog bestaande) loterij ter wereld is.
Als we naar online gokken kijken zien we dat we het dan over 10% van de bevolking hebben. Wat ons hierbij opvalt is dat wedden op sport de meest populaire vorm van online gokken is, en dat het de enige vorm van gokken is waarbij meer mensen online dan offline spelen. Andere typische gokspellen zoals gokkasten en tafelspellen worden nog steeds twee keer zo vaak offline gespeeld.
Online gokken
De tweede pagina van de factsheet gaat over de verhouding tussen de verschillende soorten gokkers en hoe risicovol hun gokgedrag is. Zorgwekkend is dat online gokken hand in hand lijkt te gaan met meer risicovol gokgedrag, met name wanneer het om jongvolwassenen gaat. Op basis van een meting met behulp van de PGSI, blijkt dat 18% van de jongeren, bijna 1 op de 5, in de categorie ‘hoog risico’ valt.
De effectiviteit van de zorgplicht
Helaas brengt de laatste pagina van de factsheet nog meer slecht nieuws. Zoals we zelf al vaker geschreven hebben, werkt het Nederlandse systeem waarbij aanbieders een zorgplicht hebben, niet zoals verwacht of gehoopt. Het feit dat meer dan de helft van de spelers ‘niet door aanbieders bereikt’ is zegt genoeg. Dat spelers niet geïnformeerd worden over (de risico’s van) hun speelgedrag, de mogelijkheden om een gokstop te nemen of waar ze hulp kunnen vinden staat haaks op de doelstelling van het beschermen van spelers.
Zelfs het aanbieden van zelftests, een bewezen hulpmiddel om problemen tijdig te kunnen herkennen, gebeurt slechts bij 6% van de spelers, terwijl het aantal spelers dat een hoog risico loopt twee keer zo hoog is.
Conclusie
Hoewel het natuurlijk praktisch onmogelijk is om verschillende onderzoeken, waaronder een verslag van 200 pagina’s, terug te brengen naar een factsheet met nauwelijk meer dan 1 pagina tekst, geeft de WODC een duidelijk beeld van de stand van zaken in de Nederlandse kansspelindustrie.
Hoewel het aantal online gokkers met 10% van de bevolking op zichzelf niet direct zorgwekkend is, laten de cijfers duidelijk zien waar de knelpunten zitten. Vooral jongvolwassenen lopen een verhoogd risico, maar de manier waarop aanbieders op dit moment hun zorgplicht invullen biedt hen onvoldoende bescherming.
Dit artikel is geschreven door:
Meer lezen uit de categorie ‘nieuws’:
Bezoek ook ons blog of bekijk het laatste casino nieuws